Nieuwbouw sportcomplex Erasmus Universiteit krijgt 0 op de teller

Een energieneutraal sportcomplex bestaande uit 8 zalen waar zo’n 11.000 sportpashouders, 25 verenigingen en 50 verschillende sporten gebruik van kunnen maken. Dat was de wens van de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Hoppenbrouwers kreeg de opdracht om de werktuigbouwkundige-, elektrotechnische-, sprinkler-, BMI- en beveiligingsinstallaties te realiseren voor dit nieuwe sportgebouw. Om een duurzaam gebouw te ontwikkelen is het voorzien van een WKO-installatie die op één van de vier reeds bestaande clusterbronnen is aangesloten. Ook krijgt het gebouw een zogeheten digital-twin waarin alle belangrijke informatie van het pand is verwerkt. Een primeur op het gebied van de techniek! 

Het Hoppenbrouwers-team bouwde zo’n 4 ruimtes vol met techniek. Niet zomaar techniek, maar indrukwekkende techniek waaronder warmtepompen, een WKO-installatie en een droge koeler. “Deze WKO-installatie met warmtepomp en zonnepanelen is er onder meer verantwoordelijk voor, dat de teller op 0 blijft staan”, vertelt Sam van de Pol, werkvoorbereider bij Hoppenbrouwers. “Het nieuwe sportgebouw is toonaangevend op het gebied van duurzaamheid.” Het hele gebouw is voorzien van vloerverwarming en er zijn in totaal 9 luchtbehandelingskasten gepositioneerd. Het complete gebouw is in staat om standalone te functioneren door de slimme regeltechniek. In de bouw worden circulaire materialen gebruikt, zoals staal voor de plafonds dat uit een jeugdgevangenis komt en circulair hout dat voor de wanden is gebruikt. Natuurlijk is er overal ledverlichting mét bewegingsmelding. Ook de installaties zijn hierop aangesloten, waardoor energieverspilling wordt geminimaliseerd. Tot slot liggen er op het dak 886 zonnepanelen van 380 Wp, die een totaal elektrisch vermogen leveren van 336,5 kW.”

Duurzaam op duurzaam

Naast alle verduurzaming die Hoppenbrouwers wist te realiseren, werd er nog een verduurzaamheidsslag gemaakt. Normaal gesproken wordt bij het koelen met de warmtepomp de restwarmte de lucht in gestuurd. Nu is het systeem zo ingericht dat die restwarmte wordt gebruikt om het tapwater op te warmen, wat dus betekent dat je zo weinig mogelijk energieverlies hebt.

Alles BIM

Omdat de technische ruimtes smal en hoog waren, was het flink puzzelen om alle installaties erin te krijgen. “Het was passen en meten”, geeft Sam aan. “Ons vertrekpunt was het BIM. Bouwen volgens BIM is ideaal voor ons bouwproces, omdat je aan de voorkant al afspreekt wat er wel of niet gaat gebeuren en op welke manier. In de relatief smalle maar hele hoge technische ruimtes, hebben we alle installaties op elkaar gestapeld. Zonder BIM was je tegen veel problemen in het bouwproces aangelopen, maar deze heb je nu op voorhand kunnen bespreken. En dat scheelt enorm veel tijd.” Het was de wens van de universiteit om alles te digitaliseren. Daarin biedt een BIM een mooie oplossing. Het uitgangspunt van het BIM is dat componenten in het pand één op één kunnen worden uitgewisseld.

Slim werken met CDE

Ook het gebruik van het digitale projectbeheerplatform ‘CDE’ was een eis vanuit de universiteit. In CDE vind je, vanuit het 3D BIM als basis, plattegronden en foto’s van (delen van) installaties, zodat de klant precies kan zien wat waar te vinden is. Ook voor onze teams is CDE handig om te gebruiken, omdat er digitaal door zowel de binnen- als de buitendienst opmerkingen in kunnen worden verwerkt. Dus minder witdruk bouwtekeningen en altijd direct de goede versie bij de hand.

Uitdaging aangenomen!

Zoals dat gaat bij grote projecten, waren er ook bij dit project hindernissen te nemen. Sam: “Juli 2021 begonnen we met de uitvoering. Corona heeft voor heel wat uitdagingen gezorgd en ook het materialentekort door de oorlog in Oekraïne was een obstakel. Je maakt van tevoren een LEAN-planning, maar als daar stagnatie in komt vanwege levering van materialen of van mensen, dan valt dat erg tegen. Dit geldt niet alleen voor ons, maar voor iedere betrokken partij. Af en toe is het een race tegen de klok om alles op tijd te installeren. Die interne spanningen die dat met zich meebracht hebben we goed weten op te lossen. We namen onder andere een proactieve houding aan in het coördineren van de nutsvoorzieningen, welke directie leveringen waren. En zijn met een gezonde en positieve werkhouding altijd in gesprek gegaan met alle partijen. Al met al een uitdagende en intensieve bouw, waar we nu positief en met trots op terug mogen kijken.”