Energie voor de toekomst: tijdelijke en toekomstige oplossingen voor netcongestie

Die vragen stonden centraal tijdens ons kennisevent ‘Energie voor de Toekomst’. In dit artikel blikken we terug op de belangrijkste antwoorden en waardevolle inzichten. Want gelukkig blijkt er al heel veel mogelijk en zijn er verschillende pilots die bewijzen dat die innovatieve oplossingen ook in de praktijk succesvol kunnen zijn. Maar eerst nog even terug naar de basis: wat is netcongestie precies?

Volgens hem zijn de netbeheerders pas in 2030-2035 in staat om de groeiende vraag naar elektriciteit bij te benen. “Laat staan dat ze de achterstand die ze nu hebben, kunnen gaan inhalen. Wij verwachten dus dat netcongestie zeker tot 2040 een belangrijk onderdeel blijft in het Nederlandse energiesysteem”, voorspelde hij. Dat was natuurlijk niet de boodschap waar de aanwezigen in de zaal op zaten te wachten.

Is er dan in de tussentijd helemaal geen oplossing mogelijk? Gelukkig wel. En Lucas introduceerde zelf al de eerste. CE Delft heeft namelijk een stappenplan ontwikkeld, waarmee je in 8 stappen naar een oplossing voor de netcongestie toewerkt. Dit stappenplan leidt tot een combinatie van maatregelen die ervoor zorgen dat je ondanks beperkte netcapaciteit toch aan de energievraag kunt voldoen.

Tijdens de presentatie van Jeroen Althusius van Tibo Energy werd duidelijk dat een slim energiemanagementsysteem je daarbij kan helpen. Hiermee kun je niet alleen toekomstige scenario’s nabootsen en valideren, het zorgt ook voor een proactieve aansturing van alle benodigde assets volgens de meest optimale strategie. Op basis van een algoritme dat historische data gebruikt om voorspellingen te doen.

Bij onze nieuwe Hoppenbrouwers-vestiging in Dongen zijn we ook al op die manier te werk gegaan. Het is ons daar gelukt om een locatie van 2.500 m² dag en nacht van stroom te voorzien met een netcapaciteit van 3 x 80 ampère. Normaal gesproken net genoeg voor één warmtepomp en één laadpaal. En wat er in Dongen kan, kan natuurlijk ook op andere locaties waar bedrijven beperkte netcapaciteit krijgen.

Om grote stappen te maken is het nog even afwachten tot de nieuwe Energiewet er is. Die moet het bijvoorbeeld makkelijker gaan maken om netaansluitingen te delen. Bijvoorbeeld via peer-to-peer, waarbij een tussenpersoon een eindafnemer koppelt aan een ‘actieve afnemer’. Of via cable pooling, waarbij meerdere afnemers samen op één stroomaansluiting zitten.

Gehoopt wordt dat Europese regelgeving in de nabije toekomst ook meer ruimte biedt aan energiehubs, waarbij bedrijven het energiegebruik op elkaar afstemmen om gezamenlijk de piekbelasting te verminderen. Voor een gesloten distributiesysteem moet op dit moment nog ontheffing worden aangevraagd bij de Autoriteit Consument en Markt, en daar staan al heel wat bedrijven in de rij.

Bij het bedrijventerrein Schiphol Trade Park is hier al mee geëxperimenteerd. Met toestemming van Liander startten vijftien bedrijven hier hun eigen energiehub. Daarin brachten ze alle contractvermogens bij elkaar én de opwek- en opslagcapaciteit van hun eigen assets, zoals zonnepanelen en batterijen. Met behulp van een slim energiemanagementsysteem stemmen ze vraag en aanbod continu op elkaar af.

Head of Development bij logistiek vastgoedontwikkelaar intospace©, die een distributiecentrum op Schiphol Trade Park heeft geopend, sprak op het evenement van een ‘groot succes’. “We zijn nu twee jaar live en hebben de gasgeneratoren die we als back-up hebben staan, nog geen één keer nodig gehad om te voorkomen dat we over het gecontracteerd vermogen zouden gaan”, zei hij optimistisch.