Biomassacentrale bij Dongen Pallets

Unieke en energieneutrale biomassacentrale

Van de omvang van de biomassacentrale die Dongen Pallets liet bouwen, staan er slechts tientallen in Nederland. Alleen al om die reden is deze centrale een bijzonder project voor Dongen Pallets zelf én voor Hoppenbrouwers Techniek.

Hoppenbrouwers engineerde de hoofdstroominstallatie, bouwde de panelen in eigen huis, plaatste de hoofdstroomverdeelkast en zorgde dat de bekabeling in orde kwam. Jan Geerts, Technisch Manager bij Dongen Pallets: “Hoppenbrouwers Techniek heeft ons geholpen om selfsupporting te zijn. Met de biomassacentrale zijn we energieneutraal. De cyclus is rond.”

Vergroten droogcapaciteit

Al in 2014 startte Dongen Pallets met nadenken over het vergroten van de droogcapaciteit voor het drogen van de pallets. Jan Geerts: “Met de warmte die bij het verbranden van het resthout vrijkomt, drogen we onze pallets. Onze kachels waren aan het einde van hun levensduur en aan vervanging toe. Bovendien werd de capaciteit te klein. Vanaf dat moment zijn we begonnen met het inwinnen van advies om onze droogcapaciteit te vergroten en de restwarmte beter te benutten.”

Jan wijst naar de maquette van de biomassacentrale in zijn werkkamer. “Dit is hem geworden. De hele installatie zoals die in het hoofd zat, is gerealiseerd door een Italiaanse bouwer van de biomassacentrale. Het gaat om een gebouw van twaalf meter hoog, waarin het resthout in de shredder terechtkomt en vervolgens wordt getransporteerd en opgevangen in de biomassacentrale. De restwarmte uit dit proces (5mW) gebruikt Dongen Pallets voornamelijk voor het drogen van de pallets, het verwarmen van gebouwen en het leveren van restwarmte aan buurbedrijf Trobas Gelatine. Vooral ’s nachts en in het weekend wordt de overtollige elektriciteit (350 kW) terug geleverd aan het net.

Duurzaam en toekomstbestendig

Eind 2019 zijn de laatste pilots om de biomassacentrale in Dongen volledig operationeel te krijgen. De oude kachels blijven voorlopig nog beschikbaar als back-up, bijvoorbeeld bij onderhoudswerkzaamheden. Om tot dit punt te komen, moest Dongen Pallets diverse hordes nemen. Zo duurde het vergunningentraject langer dan gepland. De bodem bleek na onderzoek ontoereikend om de centrale te dragen. Er waren 231 boorpalen nodig om de ondergrond te verstevigen. Jan: “Dat was een tegenvaller, maar we hebben doorgezet. We zijn namelijk overtuigd dat er toekomst zit in deze grote investering die voor ons de cyclus rond maakt. De centrale gaat zo’n 11.000 ton per jaar resthout verwerken. Dit is het hout dat in zo’n slechte staat is, dat het vernietigd moet worden. Omgerekend per uur komt het neer op zo’n 1.500 kilo.”

Specialistische kennis over terug leveren elektriciteit

Hoppenbrouwers kwam begin 2018 in beeld. Jan Geerts: “De vestiging in Dongen zit als het ware in onze achtertuin. Via Fudura, werkzaam in de energie-infrastructuur, werden we op Hoppenbrouwers geattendeerd voor het aanleggen van de bekabeling. Een sterke speler dichtbij, groot en gerenommeerd.”

Het eerste telefoontje hierover kwam binnen bij Peter Willems, calculator in het team van Jaap Schaffelaars. Peter Willems: “Een indrukwekkend project! Met een aansluiting van 1.200 Ampère elektrisch power, waarbij zo’n 350 kW terug geleverd wordt aan het net. Aanvankelijk vroeg Dongen Pallets alleen naar de bekabelingen. Gaandeweg kwam er steeds meer bij, zoals de besturingskasten en het noodaggregaat. Ik heb collega Niels van Kuijk erbij betrokken vanwege zijn kennis van Industriële Automatisering, in het bijzonder van de kant van besturingsenergie.”

Niels van Kuijk: “We hebben de klant kunnen overtuigen dat het in een project als dit aankomt op specialistische kennis, onder andere vanwege de immense hoeveelheid die wordt terug geleverd aan het net. Dat moet veilig gebeuren. We hebben vooraf de tekeningen uitgewerkt en voorbeelden geschetst van hoe het zou kunnen worden. Dit project is een teamprestatie. Met de klant en leveranciers, maar zeker ook door intern goed samen te werken, namelijk tussen de uitvoering en projectcoördinatie in Dongen en de engineering vanuit Udenhout.”